Geschiedenis van glas
Glas is in de meest primitieve vorm zo oud als de wereld. Hoe ziet de geschiedenis van glas eruit?
Glas in de natuur
De naam van het materiaal 'glas' is afkomstig van het Latijnse woord 'glesum'. Glas is niet uitgevonden door de mens, maar komt ook in de natuur voor. In de lava van vulkanen zit bijvoorbeeld een stof die sterk op glas lijkt: lavaglas of obsidiaan. Deze stof laat licht door, maar je kunt er niet doorheen kijken. Ook op de maan blijkt glas aanwezig te zijn. Dit is aangetroffen in één van de door de bemanning van de Apollo-14 meegebrachte maansteenmonsters.
Glas in de oudheid
De oudste glazen voorwerpen die archeologen hebben gevonden, dateren van 5.000 jaar voor Christus. Het gaat om glasparels, opgegraven in het Nabije Oosten. Waarschijnlijk heeft de natuur ze gevormd of zijn ze bij toeval ontstaan, door verhitting van kwartskorrels in het zand.
Het is niet duidelijk wanneer mensen precies de eerste glazen voorwerpen maakten. Wel weten we dat ze hierbij waarschijnlijk een primitieve techniek toepasten. In een oven smolten ze een mengsel van zand, kalk en soda in een vorm van aardewerk. Als het glas hard was, verwijderden ze de vorm.
16e eeuw voor Christus: nieuwe techniek
In de zestiende eeuw voor Christus ontwikkelden mensen in Mesopotamië een nieuwe techniek om holle glazen voorwerpen te maken: de 'zandkerntechniek'. Om een vorm van klei goten ze een vloeibare glasachtige massa. Als het glas was afgekoeld, verwijderden ze de vorm. Door het succes van deze techniek ontstond in Egypte een eeuw later de eerste glasindustrie. Dit was rond de stad El Amarna.
Vlak voor het begin van onze jaartelling: glasblaastechniek
Kort voor het begin van onze jaartelling werd in Syrië de techniek van het glasblazen ontdekt. Met een holle blaaspijp konden glazen voorwerpen worden gevormd. Deze techniek maakte het mogelijk om eenvoudiger en sneller holglas (glazen, vazen en dergelijke) te produceren. De techniek verspreidde zich snel door de rest van het Romeinse Rijk.
Het jaar nul: het allereerste vlakglas
Rond het begin van de jaartelling maakten de Romeinen de eerste vlakke glasplaten: kleine plaatjes die wel licht doorlieten, maar nauwelijks doorzichtig waren. Dit glas werd geproduceerd door de gesmolten glasmassa uit te gieten op een stenen tafel. De glasplaatjes die zo ontstonden, werden gebruikt als vensterglas. Soms maakten de Romeinen ook grotere ruiten: bij opgravingen in het Italiaanse plaatsje Pompeji is een raam gevonden met een ruit van ruim 50 bij 70 centimeter.
De middeleeuwen: opkomst van de glasblazerij
In de middeleeuwen was Venetië het centrum van de glasindustrie. Van daaruit ontwikkelde deze industrie zich in heel Europa. Tot aan het begin van de twintigste eeuw werd glas gemaakt door grondstoffen te smelten in een oven en het gesmolten mengsel daarna met een blaaspijp tot kleine ruitjes te maken. Eeuwenlang was dat zwaar handwerk, een ambacht dat van vader op zoon werd overgedragen.
19e eeuw: grootschalige glasindustrie
Pas in de 19e eeuw raakte de kleinschalige glasblazerij op de achtergrond. De mechanisatie van de glasfabricage kwam op gang, met gebruik van grootschalige ovens. Het was de eeuw waarin de stoommachine opkwam, de eeuw van grote industriële vooruitgang en van de ontwikkeling van nieuwe bouwmaterialen. Ook de productie van glas werd sterk verbeterd.
19e eeuw: grotere formaten
Vensterglas werd aanvankelijk geproduceerd in Italië. Later gebeurde dit ook in Frankrijk en Duitsland. Door de grotere formaten van het glas werd een heel andere raamindeling mogelijk en kwamen er grotere vensters die meer daglicht toelieten. Dat had grote invloed op de gevelarchitectuur. Rond 1845 werd het mogelijk grote etalageruiten te fabriceren.
20ste eeuw: eerste Nederlands vlakglasfabriek
Begin twintigste eeuw werd in Maassluis de eerste Nederlandse vensterglasfabriek gebouwd, De Maas. In deze eeuw werden ook de productietechnieken steeds verder geperfectioneerd. De Maas gebruikte bijvoorbeeld het systeem-Fourcault, ontwikkeld in België. Dit systeem maakte het mogelijk om vensterglas op grote schaal mechanisch te produceren. Fourcaults eigen fabriek in België exporteerde in 1914 al 43 miljoen vierkante meter vensterglas per jaar.
Van de 20ste eeuw tot nu: nieuwe soorten glas
In de 20ste eeuw werd het aanbod aan glas groter en gevarieerder. De huidige methode om vlakglas te maken werd in 1952 uitgevonden door fabrikant Pilkington: de floatglasmethode. Sinds 1948 is in Nederland thermopane dubbelglas op de markt. Na de oliecrisis van 1973 werd isoleren steeds populairder. Dubbelglas en isolatiematerialen werden steeds verder ontwikkeld en vaker toegepast.
Meer weten over glasgeschiedenis?
- Het maken van glas in de oudheid (artikel van de Historische Vereniging Leerdam)
- De geschiedenis van glas (artikel van interieurspecialist Jongbloed & Zn)
- Geschiedenis van glas (artikel op LeerWiki.nl)
Of kijk naar deze filmpjes over diverse productietechnieken:
- Schitterend Glas 1: zandkern techniek
- Schitterend Glas 2: vormgeperst techniek
- Schitterend Glas 3: vrijgeblazen techniek
- Schitterend Glas 4: vormgeblazen techniek
Ook kunt u via het Kenniscentrum Glas de brochure "Glas door de eeuwen" heen bestellen.